Wiskunde/Integraal

Uit testwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gebruik

De integraal wordt gebruikt om twee redenen:

  • De oppervlakte tussen een grafiek en de x-as aanduiden
  • Een oneindige som aanduiden

Riemann-sommen

De Duitse wiskundige Riemann wilde op de één of andere manier de oppervlakte bepalen tussen de grafiek van een functie f(x) en de x-as op het interval [a,b]. Hij redeneerde als volgt: als ik het interval verdeel in n stukjes met breedte Δx=(ba)/n en die oppervlakte zou opvullen met rechthoekjes boven die stukjes met hoogte f(xi), waarin xi het midden van zo'n stukje is, dan is de gezamenlijke oppervlakte van die rechthoekjes bij benadering gelijk aan de oppervlakte tussen de x-as en de grafiek van f(x).

Dus hij schreef op: i=1nf(xi)ΔxOpp.

Integraal

Dan redeneerde hij verder. Als ik steeds meer rechthoekjes neem en de breedte van die rechthoekjes zéér klein laat worden, dus Δx0, krijg ik precies de oppervlakte, die hij integraal noemde. In plaats van een somteken, schreef hij voor die oneindige som van oneindig kleine rechthoekjes een , een langgerekte S, en voor de oneindig kleine Δx schreef hij dx.

Opp=abf(x)dx

Eigenlijke integraal

Als een functie f integreerbaar is over het interval ]a,b[ noemt men de integraal eigenlijk. Stel dat er een functie f(x) is gegeven. Je wil de oppervlakte tussen grafiek en x-as bepalen in het interval [7;4]. Dan is dit simpelweg de integraal van de functie over het interval berekenen:

74f(x)dx

Oneigenlijke integraal

Een oneigenlijke integraal is een limiet van integralen waarvan de ondergrens naar nadert of de bovengrens naar + of één van beide integratiegrenzen een punt nadert waar de integrand niet gedefinieerd is.

Oneigenlijke integraal over een begrensd interval

Als een functie f:]a,b[R over elk interval ]x,b[(a<xb) integreerbaar is en limxa+xbfR bestaat, dan noteren we

abf:=limxa+xbf

Of analoog, als f over elk interval ]a,x[(ax<b) integreerbaar is en limxbaxfR bestaat, dan noteren we

abf:=limxbaxf

Als de integraal enkel bestaat in deze uitgebreide betekenis, noemt men haar oneigenlijk.

Twee hoofdstellingen van de integraalrekening

Eerste hoofdstelling

Simpel gezegd: Integreren is de inverse bewerking van differentiëren.

(axf(t)dt)=f(x)

Tweede hoofdstelling

abf(x)dx=f(b)f(a)

Waarbij f een primitieve functie wordt genoemd van f '.

Beknopte, meestgebruikte integralen

Eigenlijke integralen

xndx=xn+1n+1

1x=ln|x|

ln(x)dx=xln(x)x

exdx=ex

axdx=axln(a)

dxa2x2=arcsinxa

sin(x)dx=cos(x)

tan(x)dx=ln|cosx|

sinh(x)dx=cosh(x)

tanh(x)dx=ln|cosh(x)|

Alle andere integralen kunnen hieruit makkelijk worden afgeleid.

Oneigenlijke integralen

0+xexdx=π2

0+x3dxex1=π215

0+ex2dx=π2

0+xdxex1=π26

0+sin(x)dxx=π2

0+xz1exdx=Γ(z) met Γ(z) de Gammafunctie.


Hierbij is x een onafhankelijke variable en z een constante


bron

Cursus wiskundige analyse 1; universiteit Gent; Prof. C. Impens.

Sjabloon:Sub