Toetsenbank/Algemene toets rekenen
Opdracht 1
<quiz display=simple> { Reken uit! |type="{}"} 3+6= { 9 } 8-4= { 4 } 2×2= { 4 } 8÷2= { 4 } 8 { + } 5=13 21+52= { 73 } 84-23= { 61 } 8×9= { 72 } 80÷2= { 40 } 76 { - } 2=74 355+536= { 891 } 682-153= { 529 } 23×39= { 897 } 408÷4= { 102 } 524 { - } 491=33 -25+33= { 8 } 46-93= { -47 } -5×7= { -35 } -76÷4= { -19 } -45 { ×|*|x|X } 2=-90 </quiz>
Opdracht 2
<quiz display=simple> { Hoeveel dagen hebben de volgende maanden? |type="{}"} januari { 31 } februari { 28|29|28 of 29| } maart { 31 } april { 30 } mei { 31 } juni { 30 } juli { 31 } augustus { 31 } september { 30 } oktober { 31 } november { 30 } december { 31 } </quiz>
Opdracht 3
<quiz display=simple>
{ Hoeveel streepjes staan hieronder?
|type="{}"}
|||| |||| |||| |||| |||| |||| |||| |||| |||| |||| |
Antwoord: { 51 }
</quiz>
Opdracht 4
<quiz display=simple> { Wat zijn de wortels uit de volgende getallen: |type="{}"} 9: { 3 } 16: { 4 } 196: { 14 } 10000: { 100 }
{ En wat zijn de kwadraten? |type="{}"} 3: { 9 } 17: { 289 } 101: { 10.201|10201 } 1001: { 1.002.001|1002001 } </quiz>
Opdracht 5
<quiz display=simple> { Schrijf de volgende getallen met woorden. (voorbeeld: 254 = tweehonderdvierenvijftig) |type="{}"} 10 { tien } 111 { honderdenelf|honderdelf } 1.024 { duizendvierentwintig } 40.074 { veertigduizendvierenzeventig } 100.000 { honderduizend } 1.000.000 { eenmiljoen|een miljoen|éénmiljoen|één miljoen|miljoen } 10.000.000 { tienmiljoen } 100.000.000 { honderdmiljoen } 1.000.000.000 { eenmiljard|een miljard|éénmiljard|één miljard|miljard } 10.000.000.000{ tienmiljard } 822.916.843.892 { achthonderdtweeëntwintigmiljardnegenhonderdzestienmiljoenachthonderddrieënveertigduizendachthonderdtweeënnegentig |achthonderdtweeentwintigmiljardnegenhonderdzestienmiljoenachthonderddrieenveertigduizendachthonderdtweeennegentig } </quiz>
Opdracht 6
<quiz display=simple> { Hoe noemen we deze breuken? |type="{}"} { één tweede|een tweede|een half|één half } { twee achtste } { acht negende } { twee zesde } { drie tweehonderdeenenvijftigste } </quiz>
Opdracht 7
<quiz display=simple> { Het is nu zeventien over tien en om twaalf uur arriveert Sinterklaas in Nederland. Hoe lang moet je nog wachten? |type="{}"} Antwoord: { 1|één|een } uur en { 43|drieënveertig|drieenveertig } minuten </quiz>
Opdracht 8
<quiz display=simple> { Waar bestaat 4942 uit? |type="{}"}
{ 4|vier } duizendtallen
{ 9|negen } honderdtallen
{ 4|vier } tientallen
{ 2|twee } eenheden
{ Waar bestaat 92.942 uit? |type="{}"}
{ 9|negen } tienduizendtallen
{ 2|twee } duizendtallen
{ 9|negen } honderdtallen
{ 4|vier } tientallen
{ 2|twee } eenheden
</quiz>
Opdracht 9
<quiz display=simple> { Reken deze procentsommen uit! |type="{}"}
20% van 100 { 20 }
57% van 690 { 393,3|393.3 }
78% van 350 { 273 }
21% van 710 { 149,1|149.1 }
30% van 420 { 126 }
50% van 250 { 125 }
74% van 500 { 370 }
81% van 90 { 72,9|72.9 }
72% van 990 { 712,8|712.8 }
99% van 770 { 762,3|762.3 }
</quiz>