Basiskennis chemie 3/Oxides en de vorming van zouten

Uit testwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Sjabloon:Paginalink

Elementen, oxides en zouten

In het schema hiernaast is de relatie weergegeven tussen elementen, hun oxides, de reactieproducent van de oxides met water en de zouten die gevormd kunnen worden of bij ontleding de verschillende stoffen geven. De nummers in onderstaande lijst verwijzen naar de nummers in het schema.

  • Elementen kunnen verdeeld worden in metalen (M) en niet-metalen (X).
  • In onderstaande voorbeelden zijn alle zouten als hele stof genoteerd. Veel reacties worden echter in oplossingen uitgevoerd, en dan zijn de zouten uiteraard gesplitst in ionen.
  • Van reacties tussen metalen en niet-metaaloxides zijn geen voorbeelden bekend, evenals van de omgekeerde reactie: een zout dat ontleed naar een metaal en een niet-metaaloxide.
  • Van reacties tussen niet-metalen en metaaloxides zijn geen voorbeelden bekend, evenals van de omgekeerde reactie: een zout dat ontleed naar een metaaloxide en een niet-metaal in zijn elementvorm.
1
De reactie van een metaal (M) met zuurstof levert een metaaloxide (MO). Voorbeelden van deze reactie zijn:
  • 2 Cu + OA2  2 CuO
  • Ti + OA2  TiOA2
2
De reactie van een niet-metaal (X) met zuurstof levert een niet-metaaloxide (XO).
  • C + OA2  COA2
  • SA8 + 12 OA2  8 SOA3
3
De reactie van een metaaloxide met water geeft een hydroxide.
  • NaA2O + HA2O  2 NaOH
  • CaO + HA2O  Ca(OH)A2
    De reactie van ongebluste kalk (calciumoxide) met water levert gebluste kalk.
4
De reactie van een niet-metaaloxide met water levert een zuur op.
  • NA2OA5 + HA2O  2 HNOA3
  • COA2 + HA2O  HA2COA3
5
De reactie van een metaal met een niet-metaal levert een zout op
  • Fe + S  FeS
  • 2Fe + 3 ClA2  2 FeClA3
6
Van de reactie tussen een metaaloxide en een niet-metaaloxide waarbij een zout ontstaat zijn geen voorbeelden bekend. Van de omgekeerde reactie, een zout dat bij verhitten (960 °C) ontleedt in een metaaloxide en een niet-metaaloxide, is het belangrijkste voorbeeld de vorming van ongebluste kalk uit calciumcarbonaat:
CaCOA3  CaO + COA2
7
Metaaloxides reageren vaak met zuren onder vorming van zouten.
  • CuO + HA2SOA4  CuSOA4 + HA2O
    Koper(II)oxide reageert met zwavelzuur tot een oplossing van koper(II)sulfaat.
8
Niet-metaaloxides reageren met hydroxides tot zouten:
  • COA2 + 2 NaOHA(aq)  NaA2COA3 + HA2O
    Op laboratoriumschaal wordt deze reactie toegepast om koolstofdioxide met behulp van een oplossing van natriumhydroxide uit lucht te verwijderen.
9
Een hydroxide reageert met een zuur tot een zout
  • NaOH + HCl  NaCl + HA2O
    De titratiereactie.
10
Een zuur reageert met een metaal tot een zout
Overzicht

Sjabloon:Paginalink Sjabloon:References Sjabloon:Sub