Sjabloon:Tabellen voor Scheikunde/Griekse telwoorden

Griekse telwoorden. Als voorbeelden in de chemie worden een aantal hydraten genoemd.

Aantal watermoleculen	telwoord	Voorbeeld	Formule
1/2^[1]	hemi	Calciumsulfaathemihydraat	$C a S O_{4} \cdot \frac{1}{2} H_{2} O$
1	mono	IJzer(II)sulfaatmonohydraat	$F e S O_{4} \cdot H_{2} O$
2	di	Oxaalzuurdihydraat	$H_{2} O x \cdot 2 H_{2} O$ ^[2]
3	tri
4	tetra	IJzer(II)sulfaattetrahydraat	$F e S O_{4} \cdot 4 H_{2} O$
5	penta	Kopersulfaatpentahydraat	$C u S O_{4} \cdot 5 H_{2} O$
6	hexa	Ammoniumijzer(II)sulfaathexahydraat	$(N H_{4})_{2} F e (S O_{4})_{2} \cdot 6 H_{2} O$
7	hepta	IJzer(II)sulfaatheptahydraat	$F e S O_{4} \cdot 7 H_{2} O$
8	octa
9	nona
10	deca	Natriumcarbonaatdecahydraat	$N a_{2} C O_{3} \cdot 10 H_{2} O$
11	undeca
12	dodeca	Natriumfosfaatdodecahydraat	$N a_{3} P O_{4} \cdot 12 H_{2} O$

↑ Een half watermolecuul kan niet. Het betekent dat er per twee calcium- en twee sulfaat-ionen één molecuul water aanwezig is.
↑ Ox is geen standaard chemisch symbool. Het wordt in de analytische chemie vaak gebruikt voor het oxalaat-ion: $(C_{2} O_{4})^{2 -}$

Navigatiemenu